De koelkast
Gisteravond – of was het vandaag? Nee, toch gisteren. Gisteravond al heb ik je spullen uit de koelkast geruimd. Je hebt er niets meer aan en ik lust ze niet. Ze zijn te heftig voor mij. Te confronterend.
Ik heb van alles weggedaan dat je na en tijdens de chemo’s nog wel lustte. Ook zaken die je de laatste maanden en weken nog wél binnen hoopte te houden, maar steeds minder lukte.
Ik kreeg er zo’n naar gevoel van. Het waren strohalmen, soort van ‘laatste hoop’… maar wel mislukte. ‘Valse hoop’ dus, en al die valse hoop moest weg. Te confronterend.
Maar je favoriete mayonaise staat er nog wel. Díe lust ik ook wel hoor.
Donutsen, appelflappen en ijsjes
Je wilde zo graag aankomen. Donutsen, appelflappen en ijsjes, ze stonden permanent op mijn interne boodschappenlijstje. Ik haalde ze voor jou, maar ze zijn ook nu wéér door mij opgegeten. Oh nee, er ligt nog een appelflap. Jummie! Alhoewel ik eigenlijk niet heel veel trek heb, maar ze glijden toch wel lekker naar binnen.
Net als de ijsjes die ik voor het slapen gaan al weken alleen eet. De laatste aten we samen met ma. Alweer een paar weken terug. Nozem mocht de bekertjes van je leeglikken. Die kijkt mij nog steeds iedere avond aan ‘van’.
De badkamer
Ook je spullen in de badkamer zijn weg. Te heftig allemaal. Spullen om je stoma te verzorgen, een pasta voor de door de immunokuur droge mond. Zelfs het tubetje voor brandwonden van de bestraling stond er nog, terwijl je die eigenlijk al iets van 3 jaar niet meer gebruikt hebt.
ALLES moest weg! ALLES wat mij daar aan jouw hang aan het leven, en vooral aan jouw kutziekte en de verloren strijd, herinnert.
Je stoma-mandje staat er nog wel, maar uit het zicht. Die ben ik vergeten, maar misschien heb je die toch nog nodig.
‘Kutziekte’
Raar, ik noemde kanker nooit een kutziekte. Er zijn er zoveel. Maar de laatste tijd ben ik die uitdrukking – of de uitdrukking ‘die rotziekte’ – wel gaan begrijpen en in mijn hoofd gaan gebruiken. Wat haat ik die ziekte. ondertussen.
Onze koppen zijn gebruikt als een voetbal. Tegenslag – hoop – tegenslag – hoop – tegenslag – trap links – trap rechts – trap achter – en dan weer een hele hard rechte van voor…
Het ging maar door en wij bleven incasseren. Wat moesten we anders? Werd er soms ook wel een beetje nukkig van. Genoeg is genoeg.
En jij bleef al die tijd zo dapper. Zo trokken we elkaar er keer op keer weer doorheen.
Je stem
Nu al mis ik je stem. Eigenlijk al weken… sinds je zo moeilijk praat, ergens begin juli… sinds je te moe bent om zinnen te maken.
Auwwwwwww!